top of page
AdobeStock_309154705 (1).jpeg
Wapenschild (sketch)

KONINKLIJKE HOOFDGILDE

SINT-ANTONIUS

EST. 1489
Sint-Antoniushuis
Sint-Antoniushuis

Het Sint-Antoniushuis is het voormalig schuttershof van de haakbusschieters en kanonniers van de Sint-Antoniusgilde, heden tehuis Sint-Antonius, en bevindt zich aan de Sint-Antoniuskaai te Gent. Op de gevel van de eerste verdieping is het wapenschild nog duidelijk aanwezig. Meer info: Erfgoed Vlaanderen

Welkom

​​

Chef Confrérie de Saint-Antoine, Gilde Souveraine des Couleuvriniers, Arquebusiers et Canonniers de Gand

Wie vandaag in contact komt met onze Gilde, treft een groep van een vijftigtal gildebroeders aan die samen de sport van het kleiduifschieten beoefenen. We komen een tiental keer per jaar samen, voornamelijk in de maanden mei en juni, om aan schietwedstrijden deel te nemen. Daarnaast komen onze leden in de loop van het jaar ook samen voor een paar andere activiteiten, dit teneinde, met respect voor onze traditie, onze vriendschapsbanden te onderhouden.

Op vandaag heeft onze Gilde dus voornamelijk een sportieve dimensie, doch het is ooit anders geweest. Onze Gilde, opgericht in 1489 als « Chef Confrérie de Saint-Antoine, Gilde Souveraine des Couleuvriniers, Arquebusiers et Canonniers de Gand » heeft, samen met de drie andere Gentse hoofdgilden (Sint-Michiels, Sint-Joris en Sint-Sebastiaan) een belangrijke rol gespeeld in de ordehandhaving van de stad Gent. Deze dimensie is op heden uiteraard verdwenen; wij zijn sinds het begin van de 19de eeuw een Gilde die enkel nog sportieve schietwedstrijden organiseert.

 

Onze Gilde is met haar meer dan 500-jarig bestaan levendiger dan ooit! Ze wordt bestuurd door de Eed, bestaande uit acht leden. Onze confraters, die in de Gilde hun lievelingssport beoefenen, zijn zich bewust van de eer om deel te mogen uitmaken van de Confrérie, alsook van het belang om de traditie in ere te houden.

Al onze leden, alsook de bewogen geschiedenis van de Gilde doorheen de jaren, vindt u op onze site. Op heden beschikken wij niet meer over een eigen pand en de meeste van onze bezittingen zijn in de loop van onze geschiedenis verloren gegaan. De overgebleven bezittingen, waaronder onze prachtige 17de-eeuwse breuk, worden bewaard in het stedelijk museum STAM.

Serge Braun,
Euverdeken

“Wie het leven liefheeft, koestert ook het verleden.
Dat is immers het heden zoals het verder leeft in het geheugen van de mens.

Marguerite Yourcenar (1903-1987)

Historiek

De ontstaansgeschiedenis van veel grote steden gaat terug tot de nevelen der tijd, wat aanleiding geeft tot allerlei mythes waarin de stad gesticht zou zijn door goden.​ In het geval van Gent gaat het dan om Keltische en Germaanse goden.

Volgens oude kronieken en opgravingen is het Castrum, een belangrijke plaats voor controle die bij de samenvloeiing van Schelde en Leie gebouwd werd, van Romeinse oorsprong. Daarna zou die plaats in ere hersteld zijn door de Franken (Chlodio en Merovech). In de zevende eeuw bestond het Castrum nog en Sint-Amands vestigde zich er om de streek te kerstenen. Wat er ook van zij, de naam “Ganda” wordt vermeld door de derde abt van de Sint-Pietersabdij en door de heilige Audoënus in het “Leven van Sint-Elooi”.​

Oorsprong van de gildes

Het woord “gilde” bestond al in het Middelnederlands en werd later overgenomen in het middeleeuws Latijn als “gilda” (1125). In het Karolingische rijk kwamen religieuze broederschappen (Gilde, Jelde en Frison) samen voor symbolische feesten of banketten. Tegen het midden van de elfde eeuw kwam de handel tot bloei. De handelaars wilden hun risico’s beperken en hun belangen verdedigen en begonnen zich dus, vanuit de oude broederschappen, te verenigen in gildes waarbij ze beloofden elkaar te zullen helpen. De hanzen (“hanza” in het Hoogduits betekende oorspronkelijk “troep soldaten”) en gildes groeiden uit tot structuren waarop onze moderne economie gebaseerd is. Door de toenemende rijkdom werden politieke, financiële en sociale conflicten met de prinselijke overheid steeds heviger. ​​

 

De drang om meer geld te verdienen maakte dat steden elkaars concurrenten werden en met elkaar in aanvaring kwamen, en binnen de steden werden de sociale tegenstellingen steeds scherper. Gent had een grote bevolking (60.000 mensen, daarmee was het de tweede stad in Europa) en was rijk en machtig. In de vijftiende eeuw was de stad in een hevige strijd verwikkeld met het centralistisch gezag van de prins en tegelijk braken er regelmatig volksopstanden uit. Uitgeput door die sociale revoltes en oorlogen tegen de prinsen, en door veldslagen die verloren gingen en met ongunstige verdragen beklonken werden, verloor Gent uiteindelijk haar machtspositie in Vlaanderen.

Meer info (Universiteitsbibliotheek Gent)

De vier Gentse hoofdgilden: Sint-Joris, Sint-Sebastiaan, Sint-Antonius en Sint-Michiel: zeven eeuwen traditie van waken, feesten en teren

Belangrijke gebeurtenissen

1453

Nadat Gentse troepen de Slag bij Gavere verliezen, legt Filips de Goede de stad zware sancties op.

1467

Tijdens de Blijde Intrede van Karel de Stoute breekt er een opstand uit onder het gepeupel. Karel wordt gevangen genomen en moet belangrijke toegevingen doen om in leven te mogen blijven.

1469

Wraak van Karel en vernederende onderwerping van de stad.

1477

Dood van hertog Karel. Zijn dochter Maria (19 jaar), die “weerhouden” werd in Gent, verleent de stad het “Groot Privilege”.

1478

Terechtstelling van een aantal schepenen, onder druk van het volk.

1479

Maximiliaan van Oostenrijk en de Vlaamse troepen winnen de Slag bij Guinegate tegen Lodewijk XI.

1482

Na een oproep door de Gentse burgerij vallen de Fransen binnen. De stad dringt Maximiliaan de Vrede van Atrecht op.

1483

De privileges worden eens te meer ingetrokken.

1487

Maximiliaan wordt gevangen gezet in Brugge. Gent voert het Groot Privilege weer in.

1489

In die context van geweld en oproer wordt in 1489 “La Chef Confréries, Guilde Souveraine des Arquebusiers, Couleuvriniers et Canonniers de Gand” (soevereine gilde voor boogschutters, kolveniers en kanonniers van Gent) opgericht.

1492

Gent wordt opnieuw onderworpen, aan de Vrede van Cadzand. De privileges worden weer ingetrokken.

Koninklijke Hoofdgilde Sint-Antonius

 

In de Middeleeuwen noemde men ‘Gilden’ of ‘Confraters’ een vereniging van burgers die zowel de inwendige als uitwendige orde van een gemeente handhaafden. In Gent zijn er vier aloude ‘Hoofdgilden’. Deze vrijwilligers werden oorspronkelijk bewapend met boog en kruisboog, vandaar de Confraters van Sint-Sebastiaan (°1322) en Sint-Joris (°1314).

Bij de ontwikkeling van vuurwapens zag men in verscheidene grote steden de opkomst van nieuwe corporaties. Een document uit de stadsarchieven van Gent bewijst het ontstaan van de Sint-Antoniusgilde in 1489. De schermers van de Sint-Michielsgilde (°1613) vormden een vereniging die voornamelijk het beoefenen van de schermerskunst behartigden. Het reglement van de Sint-Antoniusgilde werd in 1515 door Keizer Karel bekrachtigd.

De eerste standplaats van de Gilde bevond zich aan de Ekkergemse vesten, nu Einde Were, waar de stadsgrenzen in de richting van Brugge dienden beveiligd te worden, maar waar ook de tijdens grote pestepidemies, in de nabijgelegen grote toren, de pestlijders afgezonderd werden. De schepen van de Keure kochten in 1532 een nieuw gebouw voor de Gilde achter het Prinsenhof, langs de huidige Sint-Antoniuskaai, alwaar ze hun intrek namen.

Het ging de Gilde echter financieel niet goed want in 1589 stelde zij haar eigendommen te koop. De Euverdeken, G .Van der Venne kon uiteindelijk na veel moeite het lokaal kopen voor 100 gulden uit eigen kapitaal. Hetzelfde jaar verklaarden de schepen van de Keure in Gent dat alle ambtenaren, in staat een wapen te hanteren, zich moesten inschrijven in een van de Hoofdgilden. Dit werd bekrachtigd in 1606 door de Aatshertogen Albrecht en Isabella. De gilden kenden toen een periode van ware bloei, daar de Gilde in 1646 meer dan 900 leden telde.

In 1678 viel Gent onder het bewind van Lodewijk XIV. De vier Hoofdgilden behielden hun privileges, niettegenstaande hun lokalen als kazerne dienden voor de Franse soldaten.
 

Helaas, per decreet van Filips V van Spanje, werden de privileges van de vier Hoofdgilden in 1703 opgeheven, hun gebouwen en meubilair kwamen de stad Gent ten goede en de Sint-Antoniusgilde verloor haar jachtrecht. Het gebouw van de Sint-Antoniusgilde werd een militair hospitaal en later een tehuis voor ouderen van de twee geslachten. Vanaf 1806 werden slechts allen vrouwen aanvaard.
 

In 1752 smeekten 14 schutters Maria Theresia voor het herstel van hun vroegere privileges. De Keizerin stemde daar finaal in toe op voorwaarde dat zij op eigen kosten een nieuw lokaal zouden aanwerven en zouden verzaken aan hun jachtrecht. Dankzij dit decreet herkenden de drie andere Hoofdgilden Sint-Antonius als Koninklijke Hoofdgilde.

Tot in 1755 verbleven de confraters in een herberg van Sas van Gent, de ‘Platte Steeger’. Nadien kochten ze twee huizen in het Prinsenhof en deden er belangrijke verbouwingen dankzij de hulp van confrater H. Falligan.

Met de inval van de Fransen in 1794 werd de Gilde van Sint-Antonius volledig ontmanteld en alle eigendommen publiek verkocht. Slechts 6 jaar later gaf de burgemeester van Gent, de Naeyer, hen de toelating tot hun ‘Blazoenschieting’ binnen de vestingmuren voor een periode van 10 jaar.
 

Het is slechts in 1825 dat de Confraters een stuk grond huurden achter de Sint-Pietersabdij (destijds een kazerne) en er een nieuw lokaal bouwden.

In 1895 schoten de confraters met een jachtgeweer op ‘Claybirds’ op de weilanden van de SNEP en er werd met de revolver geschoten in hun lokaal.

Gedurende de eerste wereldoorlog huisden de Duitsers in hun lokaal. Niettegenstaande hun activiteiten praktisch nihil waren in de naoorlogse periode, herstelden de confraters het lokaal dat in 1940 weer in beslag genomen werd door de Duitsers. Na de oorlog was het lokaal in zulk een erbarmelijke toestand dat het werd verlaten.
 

Onder impuls van Euverdeken Joseph Van de Velde kende de Gilde in 1947 een nieuwe start en werd zij in 1967 een VZW. Achtereenvolgend schoot de Gilde in Destelbergen, Sint-Denijs-Westrem en Zevergem om zich finaal sinds 1982 te vestigen op de schietstand van de wapenhandel Parret in Zelzate.

 

Bij gebrek aan een eigen lokaal, kan men de waardevolle historische stukken van de Sint-Antoniusgilde bewonderen in de Gildenzaal van het Gentse Stadsmuseum.

De Eed

 

De Eed is het orgaan dat de gilde bestuurt. Aan het hoofd staat de Euverdeken en aan hem is door iedereen gehoorzaamheid verschuldigd. Hij wordt verkozen voor een periode van 5 jaar door de leden van de Eed en wordt bijgestaan door een Deken, een Baljuw, een Schietmeester, Schatbewaarder en een Griffier. Deze groep vormt dus de Gilde-eed. Zij nemen alle beslissingen die door de Gildebroeders opgevolgd worden.

De huidige leden van de Eed zijn: Serge Braun (euverdeken), Jean-Jacques Vyncke (deken), Dominique Lambert (baljuw), Philippe Hanet (schietmeester), Thomas Seynaeve (schietmeester), Philippe De Groulaer (schatbewaarder), Hugues de Breyne (externe relaties), Guillaume de Breyne (griffier) en Joost Van Damme (archivaris).

Euverdekens

Jaar
Naam
Loading...
Jachtgeweer

Wie vandaag in contact komt met onze Gilde, treft een groep van een vijftigtal gildebroeders aan die samen de sport van het kleiduifschieten beoefenen. We komen een tiental keer per jaar samen, voornamelijk in de maanden mei en juni, om aan schietwedstrijden deel te nemen.

bottom of page